Inleiding

Als alle data verzameld is en omgezet is naar enerzijds startbestanden en anderzijds schattingsresultaten, dan kan het proces van het maken van prognoses beginnen. Deze pagina’s beschrijven hoe Mirror prognoses maakt van stromen en inschaling van taken.

Voor ieder simulatiejaar verwerkt Mirror de volgende stappen. Allereerst is een bepaling van de werkgelegenheid voor leraren, directeuren, et cetera van belang, afhankelijk van voornamelijk het voorspelde aantal leerlingen en de leerling-fteratio. Vervolgens komen de stromen voor het voltallige zittende personeel aan bod. Men kan bijvoorbeeld besluiten uit te stromen, van functie te veranderen, op een andere school te gaan werken of meer of minder te gaan werken. Ook kan iemand besluiten gebruik te gaan maken van de seniorenregeling of een masterdiploma te gaan halen en in het eerstegraadsgebied te gaan werken (alleen in het vo). De ruimte die na deze wijzigingen op scholen blijft, wordt (mogelijk deels) ingenomen door instroom van personeel. Aan het eind van ieder simulatiejaar kan de inschaling van het personeel worden bepaald en ook de loonkosten inclusief werkgeverslasten. Vervolgens komt het volgende simulatiejaar aan de beurt, waarin al deze stappen wederom doorlopen worden.

In de figuur hieronder is het proces schematisch weergegeven.

In iedere simulatie zitten ook kanselementen. Mirror maakt standaard meerdere ramingen voor de toekomst en neemt van alle ramingen het gemiddelde om zo tot stabiele resultaten te komen. De pagina’s hieronder beschrijven alle stappen in detail.

Op de onderliggende pagina’s zullen we ingaan op ieder onderdeel van het prognoseproces.

Toelichting

De verschillende stromen zoals uitstroom, arbeidsduurwijziging, functiewijziging en instroom worden in Mirror na elkaar uitgerekend. Dit is uiteraard een abstractie van de werkelijkheid aangezien een dergelijk proces op scholen continu verloopt. Mirror berekent echter niet alle stromen op elk moment in de tijd, maar alleen de stromen tussen peilmomenten (1 oktober) in twee opeenvolgende jaren, omdat de standgegevens ook alleen op die momenten bij ons bekend zijn. Dat betekent dat een keuze moet worden gemaakt betreffende de volgorde waarin deze stromen worden uitgerekend. Er is voor gekozen de uitstroom het eerst aan bod te laten komen. Uitstroom is vaak relatief autonoom. De AOW-leeftijd bijvoorbeeld is voor de komende jaren bekend. Uitstroom naar arbeidsongeschiktheid is normaliter ook niet afhankelijk van bijvoorbeeld taakvergroting van anderen. Bovendien worden vergroting van de arbeidsduur en instroom begrensd door de beschikbare vacatureruimte. Door uitstroom als eerste toe te passen ontstaan de minste problemen in Mirror met het inpassen van personeel waarvan voorspeld wordt dat hun taakomvang zal toenemen.

Vanwege vergelijkbare argumenten komen vervolgens stromen aan bod waarbij een taak verloren gaat. Dit is een vrij complex onderdeel omdat het verliezen van een taak vaak gepaard gaat met het verkrijgen van een nieuwe taak op een andere school en/of uitbreiding van een andere bestaande taak. Vervolgens behandelen we in Mirror functieverandering (waarbij ook vacatureruimte kan ontstaan), het ontstaan van nieuwe taken bij personen die al werken (daarbij worden vacatures opgevuld), het wijzigen van de bestaande taakomvang (waarbij men op dezelfde school blijft werken), graadverhoging van leraren in het vo en vervolgens instroom. Tot slot volgt nog een aantal modules die volgen uit de arbeidsmarktstromen en de aan het eind van het jaar werkende populatie, zoals het verzuim en de kosten van het personeel.